I Zwarte Wind
In het eerste hoofdstuk wordt verteld dat de brug in Istanbul in feite een marktplaats is. Alles kun je er krijgen voor miljoenen Turkse Lira. Alles wordt er aangeboden, ook nepartikelen. De stad Istanbul onderscheidt veel soorten winden die allemaal van de vissers een naam hebben gekregen. Zo is de “Storm van de merels “ een westenwind die in het voorjaar droog weer meebrengt. Een oostelijk wind als de Vissenstorm geeft in de hete zomer verkoeling. De Storm van de zwanen is een lentestorm. Maar in hoofdstuk 1 komt de Wind nog uit de Zwarte Zee met veel slecht weer. Iedereen houdt zich een beetje schuil. Het is stil op de brug. Mak beschrijft de brug: hij is halve kilometer lang en eigenlijk helemaal niet mooi. Hij snijdt de stad als het ware in twee stukken: een oud, klassiek deel en een modern Westers getint deel. Mak gebruikt ook een bon van de Italiaanse geschiedschrijver De Amicis, die de situatie in 1875 op de brug beschrijft. Maar hij praat ook met de mensen die van de brug af vissen, een oefening in geduld. Als de regen ophoudt, komen ze weer allemaal naar de brug: de verkopers, de kinderen die iets willen verkopen, de zakkenrollers en de slachtoffers van hen, de toeristen. De parfumverkoper vertelt over zijn vroegere dorp.

II Storm van de gepofte walnoten ( blz. 15-29)
De zolenverkoper is vroeg opgestaan; er is werk aan de winkel: hij moet wel 45 miljoen Lira verdienen binnen een week. Maar er is weinig handel. Er wordt geript, zakken gerold en het criminele spel balletje-balletje gespeeld. Mak beschrijft de historie van de stad o.a. over de val van Constantinopel in 1453 toen de stad mohammedaans werd. Sommige heersers waren erg wreed. Er ontstond een eigen soort samenleving, waarvan de leden wel goed konden samenleven, maar meestal binnen hun eigen territorium. Van echte integratie was dan meestal geen sprake. Ook De Amicis heeft dat geconstateerd: de tolerantie van de stad bestond uit “wegkijken.”

De kooplui hebben het nog altijd erg moeilijk. Soms hebben ze maar een omzet van 12 miljoen Lira , wat ongeveer 6 € per dag is. De armen helpen elkaar, de rijken doen het juist niet. Sommige verkopers hebben in een goede tijd hun vaste werk opgezegd (werden gelukzoeker in Istanbul) en werden de dupe van de economische malaise. Er is daarom veel armoede: het netto minimumloon is 380 miljoen (190 €) Dat is precies genoeg om je met je gezin in leven te houden wat het voedsel betreft. De boekverkoper geeft een sociologische indeling van de brug: op bepaalde plekken staan mensen uit een bepaalde streek en die doen allemaal hetzelfde. Probeer daar niet tussen te komen. Er blijken allerlei groepen te bestaan: Armenen, Koerden, Joden. De bekende Turkse schrijver Pamuk heeft geschreven over de sombere toekomstvisie die grote delen van de wereldbevolking (de islamaanhangers) hebben. Ze berusten in hun sombere omstandigheden, omdat Allah het allemaal zo heeft gewild. Ze willen wel naar het Westen, maar weten niet wat hun te wachten staan. Soms proberen ze het tegen beter weten in, zoals de parfumverkoper die op het vliegveld in Londen werd teruggestuurd. Hij wil Engeland nog steeds voor dat aangedane onrecht een proces aandoen.

III Storm van de zwanen (blz. 30-48)
Dit hoofdstuk beschrijft vooral de historie en de politieke situatie van de stad. Het verdorven westerse deel (Pera) en het strenge, traditionele oosterse deel. (Galata) De lokroep naar het vrijere westen bleef natuurlijk bestaan. De Osmanen werden steeds meer getrokken door de westerse invloeden van Pera. Daarom moeten er ook bruggen tussen de twee delen worden gebouwd. Maar omdat de Osmanen de invloed niet konden tegenhouden, regeerden hun vorsten vaak despotisch. Vanuit de bevolkingsgroep van de Armenen begon dan ook in de 19e eeuw de opstand. De doden vielen ook bij bosjes. Maar de geest was uit de fles en de modernisering naar westerse aard kon niet meer gestopt worden: opstand onder de soldaten en de studenten was het gevolg.

Onder invloed van het westen moet er ook een nieuwe brug komen: de brug van Duitse makelij was een echte Europese boulevard. Tegelijkertijd komen Balkanlanden in opstand tegen het Osmaanse rijk. Ook de Eerste Wereldoorlog gaat niet aan Istanbul voorbij. Een gevolg ervan is de Armeense genocide, waarbij waarschijnlijk een miljoen Armen zijn omgekomen. In 1918 treden dan ook de geallieerden ( Engeland en Frankrijk) op. De grond wordt verdeeld onder de bondgenoten. Maar dan staat later ook Kemal Atatürk op, die de scheiding van kerk en staat afkondigt en een scherp einde maakt aan de religieuze uitingen van het moslimgeloof. Ankara wordt de hoofdstad en Istanbul wordt slechts de tweede stad van het land.
Zoals hierboven is vermeld, is dit derde hoofdstuk dus vooral een hoofdstuk met informatie over de geschiedenis van Istanbul en het Osmaanse rijk.

IV Storm van de merels (blz. 49-65)
Dit hoofdstuk is vooral een verhaal over eer en eerwraak.” Het begint met het verhaal van de oude man die een vrouw ontmoet op wie hij verliefd wordt (Hij is 77 en zij 60) Hij eet zijn pension van een paar miljard op en daarna laat ze hem in de steek. Hij zou haar hebben kunnen vermoorden. Daarna krijgt Mak een verhaal te horen over de vrouwen: die gaan meestal niet naar school en blijven dus erg achter. Ze hebben gedwongen huwelijken en wanneer ze overspel plegen, komt de eerwraak om de hoek kijken. Dat komt zo’n vijftig keer per jaar voor. Er zijn dus spelregels op de brug: “Beheers je hand (stelen) je mond (roddelen en kwaadspreken) je pik (seks met een ander) “

Mak hoort ook dat er een antiwesterse stemming in Istanbul ontstaat. De rel rondom Deense cartoons over Mohammed hebben eigenlijk ook te maken met gekrenkte trots. Je hebt niets en dan betekent zoiets een klap in je gezicht. Het gaat niet eens om de islam zelf, want de meeste Turken weten niet eens wat er tijdens een dienst wordt gezegd: ze verstaan het Arabisch niet. Maar kom dan niet aan hun godsdienst vanwege de gekrenkte trots. Vroeger kende het westen ook dit soort eerwraak en zegt Mak “reageerde Amerika na 11 september 2001 niet op een zelfde manier.” Er moest wat worden teruggedaan.

V Storm van de windmolens (blz. 66-81)
Het hoofdstuk gaat voornamelijk over de positie van de vrouw. Natuurlijk is de man wel de baas in een islamitische familie, maar het hangt toch vooral van de vrouw zelf af hoe ze zich opstelt. Er is trouwens een aardige paradox: niet elke vrouw die een hoofddoekje of een burka draagt is daarmee meteen afhankelijk. Soms is het haar eigen vrije wil. Naarmate de omstandigheden politiek veranderen, kunnen vrouwen ervoor kiezen om meer “open”of meer “gesloten ”door het leven te gaan. Mak heeft gesprekken met drie zussen en hun opvatting. De oudste is heel boos, want haar dochter is met een Canadees getrouwd en ze zou haar graag opzoeken, maar ze krijgt waarschijnlijk gen visum. De afhankelijkheid van de vrouw, zegt ze, is niet te zien aan het wel of niet dragen van een hoofddoek, maar veel meer af te lezen uit het feit of ze financieel onafhankelijk is, d.w.z. een baan heeft. Maar dat vinden Turkse mannen lang niet altijd leuk. Hun jongste zus is door haar huwelijk op die manier aan banden gelegd: ze had gekozen voor financiële afhankelijkheid, een luxe leven en een hoofddoek dragen. Maar de middelste zus moest heel lang voor haar man verzwijgen dat ze een baan had. Wat de Turkse vrouwen in hun algemeenheid wel afkeuren, is de overdreven westerse aandacht voor seks en pornografie, moreel verval en de eerloze benadering van vrouwen. Overigens is het wel een feit dat “op de brug”een mannencultuur heerst.

VI Vissenstorm
Een jongen op de brug vertelt over de concurrentie van China. Het leven wordt daardoor in Istanbul duurder, de Chinezen nemende textielindustrie over. Het is de tijd van de Vissenstorm (oktober) die de tonijn naar de Bosporus jaagt. Maar ook de brug ontkomt niet aan de aanslagen. Weemoed ligt er over de stad, maar er is een mogelijkheid dat de stad onder nieuwe economische impulsen weer de eerste stad van de regio in Oost –Europa wordt. Maar het is wel een stad die zijn cultuur heeft verloren, die zijn geschiedenis aan het kwijtraken is. Weemoed treft de schrijver Mak. Hij heeft afscheid genomen van de bewoners van de brug die allemaal hun eigen droombeelden koesteren. (de theeschenker, de zolenman, de vrouw die haar dochter in Canada wil bezoeken, de parapluverkoper die Engeland een proces wil aandoen.) In de allerlaatste alinea verdwijnt de “neergevallen regen in sneeuw en verdwijnen zelfs de zielen boven de Blauwe Moskee uit het oog. “

Maak jouw eigen website met JouwWeb