De hoofdpersoon, is het zoontje van een Nederlandse administrateur (zijn naam wordt nergens in het boek vermeld dus vermeld ik hem als ‘’de hoofdpersoon’’). De hoofdpersoon is een blank jongetje en is opgegroeid tussen veel donkere mensen in Nederlands-Indië. Het verhaal is een grote flashback over zijn leven met Oeroeg.
De hoofdpersoon en Oeroeg zijn al vanaf hun geboorte vrienden. Het boek begint waarneer Oeroeg en de hoofdpersoon nul of één jaar oud zijn. De hoofdpersoon moet van zijn vader ingenieur worden en gaat daarvoor naar Delft. In dit citaat komt het uiterlijk van Oeroeg duidelijk naar voren en de jaloezie van de hoofdpersoon daarop:

Ik was langer, maar Oeroeg scheen volwassener, met zijn gespierd mager lichaam. De lijn die van zijn schouderbladen neer liep tot naar zijn smalle, opzij wat afgeplatte heupen, had al dezelfde nonchalante soepelheid die waar te nemen viel bij de opgeschoten knapen en jonge mannen, werkend op fabrieksterrein en sawa's. Met zijn lenige tenen kromgetrokken, balanceerde hij ineengedoken op stenen en boomtakken, zekerder van zijn houding dan ik, en sneller reagerend bij verlies van evenwicht.

Maak jouw eigen website met JouwWeb